Klimaat
Filmpjes
Cliphanger
Bliksem
De felle bliksemschichten die je in de lucht ziet als het stormt vormen niet alleen mooi schouwspel, maar zijn ook een sterk staaltje natuurkunde. Dat begint bij een negatief geleden wolk en een positief geladen aarde
http://www.schooltv.nl/video/hoe-ontstaat-bliksem-als-positieve-en-negatieve-ladingen-botsen/#q=klimaat
Mist
Mist heb je in allerlei vormen: grondmist, zeemist en ijsmist bijvoorbeeld. Dit heeft allemaal te maken met temperatuur van de lucht en de grond
http://www.schooltv.nl/video/clipphanger-hoe-ontstaat-mist/#q=klimaat
Zomer langer licht
In de zomer duren de dagen lekker lang. En het is nog lekker weer ook. Dat komt door de stand van de zon. Die zorgt er trouwens ook voor dat de dagen in de winter koud en donker zijn.
http://www.schooltv.nl/video/waarom-is-het-s-zomers-langer-licht-dankzij-de-stand-van-de-aarde/#q=klimaat
Klokhuis
Klimaatgeschiedenis 1 en 2
Wat is klimaat? Dolores onderzoekt de klimaatgeschiedenis van ons land. Het klimaat bepaalt wat voor weer het is. Een poolklimaat geeft een ander temperatuurtje dan bijvoorbeeld een zeeklimaat
http://www.schooltv.nl/video/het-klokhuis-klimaatgeschiedenis-1/#q=klimaat
Dolores doet een klimaatreconstructie. Wat voor weertje was het duizenden jaren geleden? En wordt het nu kouder of warmer? Om dat te weten te komen bestudeert ze bodem- en ijsmonsters.
http://www.schooltv.nl/video/het-klokhuis-klimaatgeschiedenis-2/#q=klimaat
Klimaatverandering
Wat is het broeikaseffect nou precies. Bart legt het uit met een wereldbol en een plastic zak. Maar wat hebben kroosvarentjes nou met het broeikaseffect te maken?
http://www.schooltv.nl/video/het-klokhuis-klimaatsverandering/#q=klimaat
Overig/ntr
Weer en klimaat
In Nederland hebben we een gematigd klimaat: niet super koud, maar ook niet extreem warm.
http://www.schooltv.nl/video/weer-en-klimaat-in-nederland-het-weer-verandert-per-dag-het-klimaat-niet/#q=klimaat
Het hogedrukgebied
Als de weerman vertelt dat er een hogedrukgebied nadert, wordt iedereen blij. Het betekent namelijk dat er mooi weer aan komt. Maar hoe zit dat eigenlijk?
http://www.schooltv.nl/video/het-hogedrukgebied-helder-en-zonnig-weer/#q=klimaat
De waterkringloop
Het water dat nu in de rivier stroomt, valt straks weer als regen naar beneden. Dat hoort allemaal bij de waterkringloop.
http://www.schooltv.nl/video/de-waterkringloop-van-regenwolk-naar-zee-en-weer-terug/#q=klimaat
Luchtstromen op aarde
Als het waait in Nederland, komt de wind meestal uit het zuidwesten. In Midden-Amerika komt hij meestal uit het noordoosten. De wind is van grote invloed op het weer op aarde.
http://www.schooltv.nl/video/luchtstromen-op-aarde-van-hoge-naar-lagedrukgebied/#q=klimaat
Klimaatzones van de wereld
Iedere klimaatzone heeft een ander landschap. Iedere zone heeft zijn eigen planten en dieren
http://www.schooltv.nl/video/klimaatzones-van-de-wereld-waarom-zijn-er-verschillende-klimaatzones/#q=klimaat
Aarde en ruimte, het weer
Hoe ontstaan buien en bliksem en wat doe je als je in noodweer terechtkomt? Via internet kunnen we op de buienradar zelf een bui zien aankomen.
http://www.schooltv.nl/video/aarde-en-ruimte-afl-1-het-weer/#q=klimaat
Bliksem
De felle bliksemschichten die je in de lucht ziet als het stormt vormen niet alleen mooi schouwspel, maar zijn ook een sterk staaltje natuurkunde. Dat begint bij een negatief geleden wolk en een positief geladen aarde
http://www.schooltv.nl/video/hoe-ontstaat-bliksem-als-positieve-en-negatieve-ladingen-botsen/#q=klimaat
Mist
Mist heb je in allerlei vormen: grondmist, zeemist en ijsmist bijvoorbeeld. Dit heeft allemaal te maken met temperatuur van de lucht en de grond
http://www.schooltv.nl/video/clipphanger-hoe-ontstaat-mist/#q=klimaat
Zomer langer licht
In de zomer duren de dagen lekker lang. En het is nog lekker weer ook. Dat komt door de stand van de zon. Die zorgt er trouwens ook voor dat de dagen in de winter koud en donker zijn.
http://www.schooltv.nl/video/waarom-is-het-s-zomers-langer-licht-dankzij-de-stand-van-de-aarde/#q=klimaat
Klokhuis
Klimaatgeschiedenis 1 en 2
Wat is klimaat? Dolores onderzoekt de klimaatgeschiedenis van ons land. Het klimaat bepaalt wat voor weer het is. Een poolklimaat geeft een ander temperatuurtje dan bijvoorbeeld een zeeklimaat
http://www.schooltv.nl/video/het-klokhuis-klimaatgeschiedenis-1/#q=klimaat
Dolores doet een klimaatreconstructie. Wat voor weertje was het duizenden jaren geleden? En wordt het nu kouder of warmer? Om dat te weten te komen bestudeert ze bodem- en ijsmonsters.
http://www.schooltv.nl/video/het-klokhuis-klimaatgeschiedenis-2/#q=klimaat
Klimaatverandering
Wat is het broeikaseffect nou precies. Bart legt het uit met een wereldbol en een plastic zak. Maar wat hebben kroosvarentjes nou met het broeikaseffect te maken?
http://www.schooltv.nl/video/het-klokhuis-klimaatsverandering/#q=klimaat
Overig/ntr
Weer en klimaat
In Nederland hebben we een gematigd klimaat: niet super koud, maar ook niet extreem warm.
http://www.schooltv.nl/video/weer-en-klimaat-in-nederland-het-weer-verandert-per-dag-het-klimaat-niet/#q=klimaat
Het hogedrukgebied
Als de weerman vertelt dat er een hogedrukgebied nadert, wordt iedereen blij. Het betekent namelijk dat er mooi weer aan komt. Maar hoe zit dat eigenlijk?
http://www.schooltv.nl/video/het-hogedrukgebied-helder-en-zonnig-weer/#q=klimaat
De waterkringloop
Het water dat nu in de rivier stroomt, valt straks weer als regen naar beneden. Dat hoort allemaal bij de waterkringloop.
http://www.schooltv.nl/video/de-waterkringloop-van-regenwolk-naar-zee-en-weer-terug/#q=klimaat
Luchtstromen op aarde
Als het waait in Nederland, komt de wind meestal uit het zuidwesten. In Midden-Amerika komt hij meestal uit het noordoosten. De wind is van grote invloed op het weer op aarde.
http://www.schooltv.nl/video/luchtstromen-op-aarde-van-hoge-naar-lagedrukgebied/#q=klimaat
Klimaatzones van de wereld
Iedere klimaatzone heeft een ander landschap. Iedere zone heeft zijn eigen planten en dieren
http://www.schooltv.nl/video/klimaatzones-van-de-wereld-waarom-zijn-er-verschillende-klimaatzones/#q=klimaat
Aarde en ruimte, het weer
Hoe ontstaan buien en bliksem en wat doe je als je in noodweer terechtkomt? Via internet kunnen we op de buienradar zelf een bui zien aankomen.
http://www.schooltv.nl/video/aarde-en-ruimte-afl-1-het-weer/#q=klimaat
Begrippen
Hieronder staan verschillende begrippen die met Klimaat te maken hebben uitgelegd. De begrippen staan op alfabetische volgorde.
Aanlandige wind
Aanlandige wind wordt ook wel oplandige wind genoemd. Landwaarts waaiende wind, Oudhollands: De wint hout met het landt in, in Nederland westenwind. In tegenstelling tot aflandige wind, Oudhollands: De wint hout met het landt af, in Nederland oostenwind.
(Bron: http://vaartips.nl/tipa.htm#aanlandig)
(Bron: http://vaartips.nl/tipa.htm#aanlandig)
Aflandige wind
Wind die over land naar zee waait in tegenstelling tot aanlandige zeewind.
(Bron: http://home.kpn.nl/neele050/woordenboek/A.html)
(Bron: http://home.kpn.nl/neele050/woordenboek/A.html)
Atmosfeer
De aardatmosfeer of dampkring is de atmosfeer of lucht om de aarde. De atmosfeer is door de zwaartekracht aan de aarde gebonden en neemt ook deel aan de aardrotatie. De atmosfeer is van essentieel belang voor het leven op aarde; zonder atmosfeer zou het leven op aarde niet mogelijk zijn. De atmosfeer tempert het zonlicht en beschermt tegen schadelijke straling zoals ultraviolette straling. In de atmosfeer speelt zich ook het weer af dat met de zeestromen de energiebalans van de aarde in stand houdt.
De temperatuur van de atmosfeer varieert met de hoogte. Op basis hiervan wordt vaak een indeling van de atmosfeer in lagen gemaakt. Deze lagen zijn gescheiden door pauzes, die de bovengrens van elke laag vormen. Deze grenzen verlopen over het algemeen niet scherp. De hoogtes zijn niet overal op aarde gelijk en varieert ook met de dagelijkse en jaarlijkse gang. Op de polen liggen de grenzen vaak lager dan op de evenaar. De uiterste grens ligt op zo'n 10.000 km.
(Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Aardatmosfeer) |
Breedtecirkel
Denkbeeldige cirkel om de aarde die evenwijdig loopt aan de evenaar. Er zijn er 90 op het Noordelijk Halfrond en 90 op het Zuidelijk Halfrond. Vanaf de evenaar worden ze steeds kleiner. Op de noordpool is de cirkel eigenlijk een punt geworden.
(Bron: http://static.digischool.nl/ak/onderbouw-vmbo/materiaal/begrip/b_kaart.htm) |
Broeikaseffect
Bepaalde gassen in de atmosfeer, zoals CO2 (kooldioxide), waterdamp en CH4 (methaan) zorgen ervoor dat warmte van de zon wordt vastgehouden. Zonder dit broeikaseffect zou het op aarde gemiddeld slechts -18 graden Celsius zijn. Dankzij broeikasgassen is het gemiddeld 12 graden. Vanaf de industriële revolutie is de concentratie van bepaalde broeikasgassen in de atmosfeer (vooral CO2 en methaan) flink toegenomen, waardoor het gemiddeld wat warmer is geworden op aarde. Dat heeft zeer grote gevolgen voor het klimaat, en daarmee voor alle leven op aarde.
Het versterkte broeikaseffect wordt vooral veroorzaakt door het gebruik van fossiele brandstoffen. Door verbranding van olie, kolen en gas zijn sinds de industriële revolutie, 200 jaar geleden, de concentraties CO2 in de atmosfeer met veertig procent toegenomen. Vooral de laatste 100 jaar gebruiken we meer fossiele brandstoffen dan daarvoor. Dat komt doordat we sindsdien meer apparaten, machines en vervoermiddelen zijn gaan gebruiken, en die werken op olie, kolen of gas. Meer informatie is te vinden op: http://www.milieucentraal.nl/
Het versterkte broeikaseffect wordt vooral veroorzaakt door het gebruik van fossiele brandstoffen. Door verbranding van olie, kolen en gas zijn sinds de industriële revolutie, 200 jaar geleden, de concentraties CO2 in de atmosfeer met veertig procent toegenomen. Vooral de laatste 100 jaar gebruiken we meer fossiele brandstoffen dan daarvoor. Dat komt doordat we sindsdien meer apparaten, machines en vervoermiddelen zijn gaan gebruiken, en die werken op olie, kolen of gas. Meer informatie is te vinden op: http://www.milieucentraal.nl/
Continentale lucht
Luchtsoort die zich boven het vasteland heeft gevormd. De continentale lucht heeft als eigenschap dat ze veel minder vocht bevat dan maritieme lucht op dezelfde geografische breedte.
(Bron: http://home.kpn.nl/neele050/woordenboek/C.html)
(Bron: http://home.kpn.nl/neele050/woordenboek/C.html)
Depressie
Een lagedrukgebied of depressie is een gebied waar de luchtdruk relatief lager is dan de omgeving. Het ontstaat in het grensgebied tussen twee verschillende luchtsoorten. Bijvoorbeeld tussen koude lucht van noordelijke breedten en tropische lucht van zuidelijke breedten. In het grensvlak van de beide luchtsoorten kan door een verstoring in de bovenlucht een golfvormige uitstulping ontstaan die verder kan uitgroeien tot een lagedrukgebied of zelfs tot een heuse diepe stormdepressie. Lucht stroomt van hoge- naar lage druk en zo stroomt de lucht, door de draaiing van de aarde, spiraalsgewijs naar het centrum van lagedruk toe. Bij een depressie stijgt de lucht. Filmpje op Schooltv
(Bron: http://www.weeronline.nl/lagedrukgebied/3233/0)
(Bron: http://www.weeronline.nl/lagedrukgebied/3233/0)
Evenaar
De evenaar, evennachtslijn of equator is een denkbeeldige lijn op het aardoppervlak in de vorm van een grootcirkel midden tussen de polen. De evenaar verdeelt de aarde in een noordelijk halfrond en een zuidelijk halfrond. De evenaar dient als referentie (nul graden NB/ZB) voor het aangeven van de geografische breedte van een positie. De polen liggen daarbij op 90° NB/ZB. De snelheid ten gevolge van de draaiing van de aarde is op de evenaar het grootst en bedraagt ongeveer 1670 kilometer per uur. Op de pool is deze snelheid het laagst, namelijk gelijk aan nul. (Iemand die op de pool staat, draait alleen maar om zijn of haar eigen as). Het waait echter niet harder op de evenaar dan elders, omdat de atmosfeer van de aarde net zo hard meedraait.
(Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Evenaar)
(Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Evenaar)
Front
Er zijn verschillende soorten lucht in de atmosfeer: e.g. warm, koud, droog en vochtig. Door de luchtstromingen langs het aardoppervlak worden grote hoeveelheden lucht in beweging gebracht en op een gegeven moment zullen twee verschillende luchtsoorten elkaar ontmoeten. Ze botsen als het ware. De scheidingslijn tussen deze twee luchtsoorten noemen we een front.
Op een weerkaart wordt alleen de plaats van het front aangegeven op het aardoppervlak, maar ook hoger in de atmosfeer is het front merkbaar. We hebben dus te maken met een heel vlak in de atmosfeer die de luchtsoorten scheidt (frontvlak). Het frontvlak is vaak niet recht maar heeft een helling.
(Bron: http://www.weeronline.nl/front/3092/0)
Op een weerkaart wordt alleen de plaats van het front aangegeven op het aardoppervlak, maar ook hoger in de atmosfeer is het front merkbaar. We hebben dus te maken met een heel vlak in de atmosfeer die de luchtsoorten scheidt (frontvlak). Het frontvlak is vaak niet recht maar heeft een helling.
(Bron: http://www.weeronline.nl/front/3092/0)
Gematigd zeeklimaat
Een gematigd klimaat is een klimaat met weinig temperatuurverschillen: De winter is niet te koud, de zomer is niet te warm. Er zijn verschillende soorten gematigde klimaten:
- Het gematigd zeeklimaat komt vooral voor in Noordwest-Europa en dus ook in Nederland en België. Het regent het hele jaar door ongeveer even veel en door de nabijheid van de zee zijn de temperatuurverschillen niet zo groot.
- Het Middellandse Zeeklimaat komt vooral voor in de landen rond de Middellandse Zee, bijvoorbeeld Griekenland of Spanje, maar bijvoorbeeld ook in Californië, het zuiden van Australië en het gebied rond Kaapstad in Zuid-Afrika. De zomers zijn warm en droog, terwijl het in de winter veel regent en de temperatuur dan rond de tien graden Celsius ligt. Vanwege de warme, droge zomers zijn gebieden met een Middellandse Zeeklimaat vaak populaire vakantiebestemmingen.
- Het vochtig subtropisch klimaat kent ongeveer dezelfde temperaturen als het Middellandse Zeeklimaat, maar heeft juist natte zomers en droge winters. Omdat de zomers zo warm en nat zijn, doen ze denken aan het klimaat in de tropen: vandaar de naam subtropisch. Dit klimaat komt o.a. voor in Zuid-China, Noord-India, de zuidwestelijke Verenigde Staten en het Zuid-Amerikaanse kustgebied rond de grenzen tussen Argentinië, Uruguay en Brazilië.
Gletsjer
Hoe hoger je de bergen in gaat, hoe kouder het wordt. Daarom smelt de sneeuw die in de bergen valt niet weg. De sneeuw hoopt zich op. Duizenden jaren lang valt de ene laag sneeuw op de ander. De nieuwe lagen worden zo zwaar dat ze de oude sneeuw samendrukken.
Wanneer de sneeuw samengedrukt wordt ontstaat er ijs. Dat merk je wel wanneer je bij een sneeuwballengevecht een sneeuwbal heel hard samendrukt. Wanneer het ijs gaat glijden ontstaat er een brede langzame rivier van ijs. Een gletsjer ‘stroomt’ hooguit een paar centimeter per dag.
Doordat de massa over het land schuurt, neemt de gletsjer aarde en stenen mee. Hoe verder de gletsjer in het dal komt, des te warmer het wordt en des te meer er dus wegsmelt. De gletsjer gaat uiteindelijk in water op. Wat overblijft zijn de stenen en rotsblokken die de gletsjer onderweg heeft verzameld.
Ook in Nederland zijn veel gletsjerresten te vinden, bijvoorbeeld de stuwwallen van de Veluwe en de Drentse zwerfkeien. In de ijstijd waren er namelijk ook gletsjers in Nederland. De langste gletsjer is de Lambertsgletsjer op Antarctica. Hij is maar liefst 64 km breed en 402 km lang!Filmpje op Schooltv.
(Bron: http://www.willemwever.nl/vraag_antwoord/de-aarde/wat-een-gletsjer)
Wanneer de sneeuw samengedrukt wordt ontstaat er ijs. Dat merk je wel wanneer je bij een sneeuwballengevecht een sneeuwbal heel hard samendrukt. Wanneer het ijs gaat glijden ontstaat er een brede langzame rivier van ijs. Een gletsjer ‘stroomt’ hooguit een paar centimeter per dag.
Doordat de massa over het land schuurt, neemt de gletsjer aarde en stenen mee. Hoe verder de gletsjer in het dal komt, des te warmer het wordt en des te meer er dus wegsmelt. De gletsjer gaat uiteindelijk in water op. Wat overblijft zijn de stenen en rotsblokken die de gletsjer onderweg heeft verzameld.
Ook in Nederland zijn veel gletsjerresten te vinden, bijvoorbeeld de stuwwallen van de Veluwe en de Drentse zwerfkeien. In de ijstijd waren er namelijk ook gletsjers in Nederland. De langste gletsjer is de Lambertsgletsjer op Antarctica. Hij is maar liefst 64 km breed en 402 km lang!Filmpje op Schooltv.
(Bron: http://www.willemwever.nl/vraag_antwoord/de-aarde/wat-een-gletsjer)
Golfstroom
De Golfstroom begint in de Golf van Mexico (vandaar de naam) en brengt warm water naar het noordelijk deel van de Atlantische Oceaan. Omdat het water daar relatief zout is kan het na afkoeling naar beneden zinken, waarna het in zuidelijke richting terugstroomt. De "warme" Golfstroom wordt waarschijnlijk aangestuurd door enorme wervels in de wateren rond Zuid-Afrika. Daardoor lekt warm water uit de Indische Oceaan naar de Zuidelijke Atlantische Oceaan. Dankzij onderzoek vanaf het Nederlandse onderzoeksschip Pelagia zijn de wervels en zeestromingen rond Afrika in kaart zijn gebracht. In de Golfstroom kunnen stroomsnelheden van 3 meter per seconde voorkomen, waardoor de scheepvaart en dan vooral de zeilvaart er enige hinder van kan ondervinden.
Door de Golfstroom is het klimaat op 50 graden noorderbreedte in Europa (de regio van België en Nederland) veel warmer dan op vergelijkbare andere plaatsen op aarde: het steeds nieuw aangevoerde warme zeewater functioneert als buffer. Vooral aan de Atlantische kust van Scandinavië is de invloed ervan van groot belang. Grote delen van Europa zijn hierdoor dan ook een stuk warmer dan andere gebieden op vergelijkbare breedtegraad. New York ligt bijvoorbeeld op dezelfde geografische breedte als Rome maar is 's winters veel kouder dan Amsterdam. (Bron: http://www.weeronline.nl/golfstroom/3099/0) |
Invalshoek van de zon
Hoek die de zonnestralen maken met het aardoppervlak. Op hoge breedte (richting polen) is deze hoek kleiner dan op lage breedte. De invalshoek is van grote invloed op de heersende temperatuur. Twee factoren spelen daarbij een belangrijke rol. Als de zonnestralen loodrecht invallen, verwarmen ze een kleiner stuk aardoppervlak dan wanneer ze schuin invallen. Bij loodrechte inval wordt de temperatuur dus hoger.
De tweede factor die meespeelt, is dat schuin invallende zonnestralen een langere weg door de dampkring moeten afleggen dan loodrecht invallende zonnestralen. In de dampkring verliezen de zonnestralen energie door weerkaatsing e.d. Bij de polen reflecteert het witte poolijs bovendien een deel van de stralen direct weer de ruimte in.
(Bron: http://home.kpn.nl/neele050/woordenboek/I.html)
De tweede factor die meespeelt, is dat schuin invallende zonnestralen een langere weg door de dampkring moeten afleggen dan loodrecht invallende zonnestralen. In de dampkring verliezen de zonnestralen energie door weerkaatsing e.d. Bij de polen reflecteert het witte poolijs bovendien een deel van de stralen direct weer de ruimte in.
(Bron: http://home.kpn.nl/neele050/woordenboek/I.html)
Klimaat
Het klimaat van een bepaald gebied is het gemiddelde weer, dus het gemiddelde over langere tijd, van meteorologische grootheden zoals temperatuur, neerslag, vochtigheid, zonneschijn en wind. Ook de extremen van dergelijke verschijnselen vallen onder het klimaat.
(Bron: http://www.weeronline.nl/klimaat/3161/0)
(Bron: http://www.weeronline.nl/klimaat/3161/0)
|
|
Klimaatverandering
Meteorologie en klimatologie groeien steeds dichter naar elkaar toe. Temperatuurmetingen tonen wereldwijd een stijgende trend en ook in Nederland zien we dat ‘het gemiddelde weer’ langzaam aan het verschuiven is.
Deze veranderingen kunnen worden toegeschreven aan de steeds verder stijgende concentratie broeikasgassen in de atmosfeer. Het is daarbij aannemelijk dat klimaatverandering in deze eeuw wereldwijd een steeds grotere invloed zal uitoefenen op de weeromstandigheden. Op sommige plaatsen wordt het droger, op andere juist natter. Ook in Nederland neemt de kans op weersextremen aanzienlijk toe.
(Bron: http://nieuws.weeronline.nl/klimaatverandering/)
Deze veranderingen kunnen worden toegeschreven aan de steeds verder stijgende concentratie broeikasgassen in de atmosfeer. Het is daarbij aannemelijk dat klimaatverandering in deze eeuw wereldwijd een steeds grotere invloed zal uitoefenen op de weeromstandigheden. Op sommige plaatsen wordt het droger, op andere juist natter. Ook in Nederland neemt de kans op weersextremen aanzienlijk toe.
(Bron: http://nieuws.weeronline.nl/klimaatverandering/)
koufront
Bij de passage van een koufront stroomt relatief koudere lucht binnen. Op de weerkaart wordt een koufront aangegeven door middel van een lijn met aan de voorzijde zwarte driehoekjes. Het passeren van een koufront gaat vergezeld van karakteristieke verschijnselen, zoals buien en de daarbij behorende stapelwolken, windvlagen, een draaiing van de wind in de richting van de wijzers van de klok en een verbetering van het zicht. De luchtdruk vertoont dan meestal een stijging.
(Bron: http://www.weeronline.nl/koufront/3178/0)
(Bron: http://www.weeronline.nl/koufront/3178/0)
Kreeftskeerkring
De Kreeftskeerkring of de noorderkeerkring is een denkbeeldige lijn en een bijzondere breedtegraad. Het ligt tussen de Evenaar en de Noordpoolcirkel Het is op 23,5° N.B.. Op 21 juni staat de zon loodrecht boven deze breedtegraad. Dat is het begin van de zomer op het noordelijk halfrond. De Kreeftskeerkring is vernoemd naar het sterrenbeeld de Kreeft. De tegenhanger van de Kreeftskeerkring is de Steenbokskeerkring
Heel lang geleden, tijdens een zonnenwende, stond het sterrenbeeld Kreeft precies op de lijn. Tegenwoordig is dit al lang niet meer zo, nu staat het sterrenbeeld de Stier op de lijn. Op 21 juni staat de zon precies gelijk met de Kreeftskeerkring. De zon kan dan ook niet hoger dan deze lijn komen. Eens in 41.000 jaar verschuift de Kreeftskeerkring iets. In de komende 9.800 jaar zal de lijn zich meer naar het zuiden verplaatsen.
(Bron: http://wikikids.nl/Kreeftskeerkring)
Heel lang geleden, tijdens een zonnenwende, stond het sterrenbeeld Kreeft precies op de lijn. Tegenwoordig is dit al lang niet meer zo, nu staat het sterrenbeeld de Stier op de lijn. Op 21 juni staat de zon precies gelijk met de Kreeftskeerkring. De zon kan dan ook niet hoger dan deze lijn komen. Eens in 41.000 jaar verschuift de Kreeftskeerkring iets. In de komende 9.800 jaar zal de lijn zich meer naar het zuiden verplaatsen.
(Bron: http://wikikids.nl/Kreeftskeerkring)
Lagedrukgebied
Een lagedrukgebied of depressie is een gebied waar de luchtdruk relatief lager is dan de omgeving. Het ontstaat in het grensgebied tussen twee verschillende luchtsoorten. Bijvoorbeeld tussen koude lucht van noordelijke breedten en tropische lucht van zuidelijke breedten. In het grensvlak van de beide luchtsoorten kan door een verstoring in de bovenlucht een golfvormige uitstulping ontstaan die verder kan uitgroeien tot een lagedrukgebied of zelfs tot een heuse diepe stormdepressie. Lucht stroomt van hoge- naar lage druk en zo stroomt de lucht, door de draaiing van de aarde, spiraalsgewijs naar het centrum van lagedruk toe. Bij een depressie stijgt de lucht. Filmpje op Schooltv
(Bron: http://www.weeronline.nl/lagedrukgebied/3233/0)
(Bron: http://www.weeronline.nl/lagedrukgebied/3233/0)
Landklimaat
Wordt ook wel continentaal klimaat genoemd. In tegenstelling tot een zeeklimaat heeft het landklimaat te maken met extremere temperaturen in de zomer en in de winter. Landklimaten komen voor in Siberië en Noord-Amerika.
Het komt voor in gebieden die ver landinwaarts liggen, zonder een groot wateroppervlak in de buurt. De matigende invloeden van de oceanen is daar dan klein. Doordat de relatief droge landoppervlakken makkelijk opwarmen en afkoelen worden de temperaturen in de zomer extreem hoog, en in de winter zeer laag.
(Bron: http://www.weeronline.nl/landklimaat/3235/0)
Het komt voor in gebieden die ver landinwaarts liggen, zonder een groot wateroppervlak in de buurt. De matigende invloeden van de oceanen is daar dan klein. Doordat de relatief droge landoppervlakken makkelijk opwarmen en afkoelen worden de temperaturen in de zomer extreem hoog, en in de winter zeer laag.
(Bron: http://www.weeronline.nl/landklimaat/3235/0)
Maritieme lucht
luchtsoort die zich boven een groot zeeoppervlak heeft gevormd. Maritieme lucht heeft als eigenschap, dat ze veel meer vocht bevat dan continentale lucht van dezelfde geografische breedte.
(Bron: http://home.kpn.nl/neele050/woordenboek/M.html)
(Bron: http://home.kpn.nl/neele050/woordenboek/M.html)
Maximumtemperatuur
Op meteorologische stations wordt de temperatuur van de lucht volgens internationale afspraak gemeten in graden Celsius op een hoogte van anderhalve meter boven een open grasvlakte. De maximumtemperatuur is de hoogst gemeten temperatuur over een bepaalde periode.
(Bron: http://www.weeronline.nl/maximumtemperatuur/3408/0)
(Bron: http://www.weeronline.nl/maximumtemperatuur/3408/0)
Meridiaan
Een meridiaan of lengtecirkel is in de aardrijkskunde een denkbeeldige lijn over het aardoppervlak van pool naar pool, die haaks staat op de evenaar. Zij verbindt alle punten met een bepaalde lengtegraad. Daarmee vormt deze lijn de helft van een grootcirkel.
(Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Meridiaan_(geografie)) |
Minimumtemperatuur
Op meteorologische stations wordt de temperatuur van de lucht volgens internationale afspraak gemeten in graden Celsius op een hoogte van anderhalve meter boven een open grasvlakte. De minimumtemperatuur is de laagst gemeten temperatuur over een bepaalde periode.
(Bron: http://www.weeronline.nl/Minimumtemperatuur/3624/0)
(Bron: http://www.weeronline.nl/Minimumtemperatuur/3624/0)
Polaire lucht
Luchtsoort die op hoge breedte gevormd wordt en uit noordelijke streken afkomstig is. De komst van polaire lucht leidt vaak tot het ontstaan van buien.
(Bron: http://static.digischool.nl/ak/onderbouw-vmbo/materiaal/begrip/b_klimaa.htm)
(Bron: http://static.digischool.nl/ak/onderbouw-vmbo/materiaal/begrip/b_klimaa.htm)
Poolcirkels
De poolcirkels zijn bijzondere parallellen op 66½° NB en ZB. Op de poolcirkels komt de zon één dag per jaar niet op en gaat de zon één dag per jaar niet onder. Het aantal dagen per jaar dat de zon niet opkomt of niet ondergaat, wordt groter naarmate men vanaf de poolcirkels in de richting van de polen gaat.
De plaats waar de zon een dag per jaar niet ondergaat verschilt per jaar. Soms ligt deze noordelijker, soms zuidelijker van de poolcirkel. Ieder jaar heeft dus een eigen poolcirkel. De breedte van 66,5 is het gemiddelde van deze jaarlijkse schommelingen.
Precies op de geografische Noordpool en de geografische Zuidpool gaat de zon een half jaar niet onder (de pooldag) en komt hij een half jaar niet op (de poolnacht). Er is een Noord- en een Zuidpoolcirkel.
(Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Poolcirkel)
De plaats waar de zon een dag per jaar niet ondergaat verschilt per jaar. Soms ligt deze noordelijker, soms zuidelijker van de poolcirkel. Ieder jaar heeft dus een eigen poolcirkel. De breedte van 66,5 is het gemiddelde van deze jaarlijkse schommelingen.
Precies op de geografische Noordpool en de geografische Zuidpool gaat de zon een half jaar niet onder (de pooldag) en komt hij een half jaar niet op (de poolnacht). Er is een Noord- en een Zuidpoolcirkel.
(Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Poolcirkel)
Pooldag
Verschijnsel dat aan de polen een zes maanden durende dag bestaat. Hierbij blijft de zon boven de horizon. Naarmate men verder van de pool afgaat, wordt de duur van de pooldag geleidelijk korter. Tijdens een pooldag is er naar verhouding weinig afkoeling en, hoewel de zon altijd laag staat, kunnen de temperaturen soms toch behoorlijk oplopen. De pooldag is het gevolg van de (steeds in dezelfde richting staande) schuine stand van de aardas in de ruimte, samengaand met de draaiing van de aarde om de zon en de draaiing van de aarde om haar eigen as. In juni staat de noordpool gericht op de zon, terwijl de zuidpool dan juist van de zon is afgekeerd. In december is de situatie precies andersom.
(Bron: http://home.kpn.nl/neele050/woordenboek/P.html)
(Bron: http://home.kpn.nl/neele050/woordenboek/P.html)
Poolklimaat
Klimaat, dat wordt gevonden op en rond de beide poolcirkels. Het kenmerkt zich doordat zowel de winters als de zomers koud zijn.
(Bron: http://home.kpn.nl/neele050/woordenboek/P.html)
(Bron: http://home.kpn.nl/neele050/woordenboek/P.html)
Poolnacht
Verschijnsel dat aan de polen een zes maanden durende nacht bestaat. Hierbij blijft de zon onder de horizon. Naarmate men verder van de pool afgaat, wordt de duur van de poolnacht geleidelijk korter. Tijdens de poolnacht daalt de temperatuur tot ver beneden het vriespunt.
(Bron: http://home.kpn.nl/neele050/woordenboek/P.html)
(Bron: http://home.kpn.nl/neele050/woordenboek/P.html)
Regenschaduw
Verschijnsel dat vaak in bergachtig terrein voorkomt. Vochtige lucht wordt gedwongen op te stijgen tegen de lijzijde van de berg en regent geheel of gedeeltelijk uit. Aan de loefzijde van de berg blijft het droog; deze ligt dan in de regenschaduw.
(Bron: http://home.kpn.nl/neele050/woordenboek/R.html)
(Bron: http://home.kpn.nl/neele050/woordenboek/R.html)
Smog
Smog is luchtvervuiling die in een bepaalde periode opeens sterk toeneemt. We spreken dan van smogepisoden. Het woord smog is een combinatie van de Engelse woorden smoke en fog. Letterlijk vertaald betekent smog: door rook en uitlaatgassen vervuilde mist.
De stoffen die invloed hebben op het ontstaan van smog zijn vooral ozon en fijnstof en in mindere mate stikstofdioxide en zwaveldioxide. Deze smog-episoden kunnen een paar dagen tot enkele weken duren. In Nederland gebruikt men de term smog als er meer luchtverontreiniging is dan gewoonlijk, met mogelijk nadelige gevolgen voor de gezondheid.
(Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Smog)
De stoffen die invloed hebben op het ontstaan van smog zijn vooral ozon en fijnstof en in mindere mate stikstofdioxide en zwaveldioxide. Deze smog-episoden kunnen een paar dagen tot enkele weken duren. In Nederland gebruikt men de term smog als er meer luchtverontreiniging is dan gewoonlijk, met mogelijk nadelige gevolgen voor de gezondheid.
(Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Smog)
Steenbokskeerkring
Een bijzondere parallel rond de aarde die op ongeveer 23½ graden Zuiderbreedte ligt. De naam is afgeleid van het sterrenbeeld Steenbok (Capricornus), het teken van de dierenriem dat ingaat op het moment dat de zon loodrecht boven deze keerkring staat. De steenbokskeerkring wordt ook wel zuiderkeerkring genoemd. De Steenbokskeerkring markeert de hoogste breedte op het zuidelijk halfrond waarop de zon gedurende eenmaal per jaar schijnbaar recht boven het aardoppervlak staat. Dit gebeurt elk jaar rond 21 december.
(Bron: http://www.cultureelwoordenboek.nl/index.php?lem=187)
(Bron: http://www.cultureelwoordenboek.nl/index.php?lem=187)
Hier klikken om te bewerken.
Stijgingsregen
Straalstroom
De straalstroom is een zeer sterke wind op 9 à 10 km hoogte. De windsnelheden die gemeten worden liggen per definitie boven de 100 km per uur, welke kunnen oplopen tot 350 km per uur.
De straalstroom is een natuurkundig verschijnsel dat ontstaat door een groot temperatuurverschil tussen twee gebieden. Het temperatuurverschil zorgt ervoor dat er luchtstromingen ontstaan. De aarde wil die verschillen opheffen, waardoor warme lucht naar de koude toe gaat stromen en koude lucht naar de warme. Wanneer hoog in de atmosfeer de twee luchtsoorten elkaar ontmoeten ontstaat de straalstroom, met sterk windsnelheden.
Vanaf de aarde is een straalstroom soms te herkennen aan de wolkenlucht. Karakteristiek zijn de zeer langgerekte banden van hoge bewolking. De straalstroom is gemiddeld enkele duizenden kilometers lang, enkele honderden kilometers breed en slechts een paar kilometer hoog. Op satellietbeelden is dus een zeer langgerekte maar smalle band te zien waarin hoge windsnelheden voorkomen. Die band kronkelt in de atmosfeer als een rivier in een landschap. Meestal is de stroming van west naar oost gericht, maar door de vele kronkels kan de luchtstroming op bepaalde plaatsen ook naar zuid of noord gericht zijn.
In onze atmosfeer bestaan meerdere straalstromen tegelijk. Ze zijn verspreid over de wereld, bijvoorbeeld boven Europa, de evenaar of in het poolgebied. De straalstroom die het dichts bij de pool zit wordt de polaire straalstroom genoemd, een tweede straalstroom die meer naar de evenaar ligt is de sub-tropische straalstroom. Straalstromen kunnen vertakken waardoor er bijvoorbeeld een over Spanje en een over Scandinavië heen ligt.
Wat is de invloed van straalstroom op het weer in Nederland?
Winter:
In koude winters is de polaire straalstroom vaak terug te vinden boven Spanje. Dit zorgt ervoor dat er bij ons geen grootschalige stormen voor kunnen komen. In heel het gebied ten noorden van de straalstroom overheerst het koude weer en brengen depressies meestal sneeuw teweeg. In zachte winters is het patroon vergelijkbaar met dat in de Lente. Een storm in de winter is dus zeker niet uitgesloten, denk maar aan de zware stormen van januari 2007.
Lente:
Tijdens de winter is de polaire straalstroom meestal* te vinden boven het zuiden van Europa, vaak ongeveer ter hoogte van Spanje. Als de lente aanbreekt en het zachter weer wordt, verplaatst de straalstroom zich naar het noorden, vaak ter hoogte van Nederland. Als de straalstroom over Nederland komt, of er vlak langs gaat, zorgt dat voor veel regen en wind en soms ontstaan er stormen. Dit zijn de zogeheten voorjaarsstormen.
*In zachte winters hebben we de straalstroom soms de hele winter boven Nederland hangen.
Zomer:
Als de straalstroom zich tijdens de zomer richting ons land begeeft hebben we geen heerlijk zomerweer. Er trekken dan regelmatig regengebieden over Nederland heen en stroomt er vaak frisse lucht vanaf zee Nederland binnen, waardoor de zomerbeleving bij veel mensen ver te zoeken is. Bij warm, droog en standvastig zomerweer ligt de straalstroom vaak ter hoogte van Scandinavië of is door verzwakking zelfs helemaal niet terug te vinden op de weerkaarten.
Herfst:
De herfst is het stormseizoen bij uitstek. In de herfstmaanden ligt de straalstroom vaak ter hoogte van Nederland. Hierdoor staan we dan onder invloed van lagedrukgebieden, die veel regen en wind veroorzaken. Als de straalstroom in de buurt van Nederland ligt is de kans op een herfststorm dan ook het grootst.
(Bron: http://www.weeronline.nl/Straalstroom/3569/0)
De straalstroom is een natuurkundig verschijnsel dat ontstaat door een groot temperatuurverschil tussen twee gebieden. Het temperatuurverschil zorgt ervoor dat er luchtstromingen ontstaan. De aarde wil die verschillen opheffen, waardoor warme lucht naar de koude toe gaat stromen en koude lucht naar de warme. Wanneer hoog in de atmosfeer de twee luchtsoorten elkaar ontmoeten ontstaat de straalstroom, met sterk windsnelheden.
Vanaf de aarde is een straalstroom soms te herkennen aan de wolkenlucht. Karakteristiek zijn de zeer langgerekte banden van hoge bewolking. De straalstroom is gemiddeld enkele duizenden kilometers lang, enkele honderden kilometers breed en slechts een paar kilometer hoog. Op satellietbeelden is dus een zeer langgerekte maar smalle band te zien waarin hoge windsnelheden voorkomen. Die band kronkelt in de atmosfeer als een rivier in een landschap. Meestal is de stroming van west naar oost gericht, maar door de vele kronkels kan de luchtstroming op bepaalde plaatsen ook naar zuid of noord gericht zijn.
In onze atmosfeer bestaan meerdere straalstromen tegelijk. Ze zijn verspreid over de wereld, bijvoorbeeld boven Europa, de evenaar of in het poolgebied. De straalstroom die het dichts bij de pool zit wordt de polaire straalstroom genoemd, een tweede straalstroom die meer naar de evenaar ligt is de sub-tropische straalstroom. Straalstromen kunnen vertakken waardoor er bijvoorbeeld een over Spanje en een over Scandinavië heen ligt.
Wat is de invloed van straalstroom op het weer in Nederland?
Winter:
In koude winters is de polaire straalstroom vaak terug te vinden boven Spanje. Dit zorgt ervoor dat er bij ons geen grootschalige stormen voor kunnen komen. In heel het gebied ten noorden van de straalstroom overheerst het koude weer en brengen depressies meestal sneeuw teweeg. In zachte winters is het patroon vergelijkbaar met dat in de Lente. Een storm in de winter is dus zeker niet uitgesloten, denk maar aan de zware stormen van januari 2007.
Lente:
Tijdens de winter is de polaire straalstroom meestal* te vinden boven het zuiden van Europa, vaak ongeveer ter hoogte van Spanje. Als de lente aanbreekt en het zachter weer wordt, verplaatst de straalstroom zich naar het noorden, vaak ter hoogte van Nederland. Als de straalstroom over Nederland komt, of er vlak langs gaat, zorgt dat voor veel regen en wind en soms ontstaan er stormen. Dit zijn de zogeheten voorjaarsstormen.
*In zachte winters hebben we de straalstroom soms de hele winter boven Nederland hangen.
Zomer:
Als de straalstroom zich tijdens de zomer richting ons land begeeft hebben we geen heerlijk zomerweer. Er trekken dan regelmatig regengebieden over Nederland heen en stroomt er vaak frisse lucht vanaf zee Nederland binnen, waardoor de zomerbeleving bij veel mensen ver te zoeken is. Bij warm, droog en standvastig zomerweer ligt de straalstroom vaak ter hoogte van Scandinavië of is door verzwakking zelfs helemaal niet terug te vinden op de weerkaarten.
Herfst:
De herfst is het stormseizoen bij uitstek. In de herfstmaanden ligt de straalstroom vaak ter hoogte van Nederland. Hierdoor staan we dan onder invloed van lagedrukgebieden, die veel regen en wind veroorzaken. Als de straalstroom in de buurt van Nederland ligt is de kans op een herfststorm dan ook het grootst.
(Bron: http://www.weeronline.nl/Straalstroom/3569/0)
Toendraklimaat
Het toendraklimaat is het klimaat zoals dat heerst op de toendra en andere klimatologisch gelijksoortige gebieden.
Het toendraklimaat heeft volgens het systeem van Köppen de volgende kenmerken:
(Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Toendraklimaat)
Het toendraklimaat heeft volgens het systeem van Köppen de volgende kenmerken:
- Gemiddelde temperatuur van de koudste maand onder -3°C
- Gemiddelde temperatuur van de warmste maand tussen 0°C en 10°C
(Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Toendraklimaat)
Tropische lucht
Relatief warme lucht, soms afkomstig uit het Middellandse-Zeegebied en soms uit de Sahara; De lucht heeft extreem hoge temperaturen voor de tijd van het jaar.
(Bron: http://www.woorden-boek.nl/woord/tropische%20lucht)
(Bron: http://www.woorden-boek.nl/woord/tropische%20lucht)
Tropisch regenwoudklimaat
Het tropisch regenwoudklimaat is een klimaat dat voorkomt in de tropen en is nauw verbonden met het tropisch regenwoud. Dit klimaat wordt beheerst door de lagedrukgebieden van de intertropische convergentiezone en kent mede daardoor geen natuurlijke seizoenen. Sommige plaatsen zijn het hele jaar door onafgebroken nat, maar de meeste plaatsen kennen wel een periode waarin het duidelijk natter is. Deze regentijd ontstaat onder andere onder invloed van de bewegingen van de tropische regenzone en komt meestal twee keer per jaar voor. De tijden daartussenin noemt men de droge tijd, echter in een tropisch regenwoudklimaat is het nooit langdurig droog, dit in tegenstelling tot de andere tropische klimaten. Het klimaat bevat veel eigenschappen.
(Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Tropisch_regenwoudklimaat)
(Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Tropisch_regenwoudklimaat)
Versterkt broeikaseffect
Warmtefront
Tamelijk smalle overgangszone tussen twee luchtsoorten met uiteenlopende eigenschappen, bijvoorbeeld verschillen in temperatuur, relatieve vochtigheid en stabiliteit. Bij de passage van een warmtefront stroomt relatief warmere lucht binnen. Op de weerkaart wordt een warmtefront aangegeven door middel van een lijn met aan de voorzijde halve zwarte bolletjes. Het passeren van een warmte gaat vergezeld van karakteristieke verschijnselen, zoals bewolking, een sterk aanwakkerende wind, aanhoudende neerslag (regen, motregen of sneeuw overgaand in regen) en vermindering van het zicht of mist.
(Bron: http://www.weeronline.nl/warmtefront/4234/0)
(Bron: http://www.weeronline.nl/warmtefront/4234/0)
Waterdamp
Water in de atmosfeer is meestal aanwezig als onzichtbaar damp (waterdamp). Als er veel waterdamp in de atmosfeer zit is het zicht minder goed. Bovendien is het bij warm weer dan drukkend warm of benauwd. De hoeveelheid vocht in de atmosfeer wordt aangegeven door middel van de relatieve vochtigheid. Een andere maat is de dampdruk: de kracht die door de waterdampmolekulen in de lucht wordt uitgeoefend op een vierkante meter, net als de luchtdruk uitgedrukt in Pascal (Pa).
(Bron: http://www.knmi.nl/cms/content/35781/waterdamp)
(Bron: http://www.knmi.nl/cms/content/35781/waterdamp)
Waterkringloop
Kringloop waarin het oceaanwater verdampt, condenseert in de vorm van wolken en als regen of sneeuw op aarde valt en via de rivierstelsels naar de oceanen terugstroomt. Men onderscheidt de korte kringloop (verdampen - condenseren - uitregenen ) en de lange kringloop, waarbij gletsjers en rivieren en grondwater een rol spelen.
(Bron: http://www.cultureelwoordenboek.nl/index.php?lem=3005)
(Bron: http://www.cultureelwoordenboek.nl/index.php?lem=3005)
Woestijnklimaat
Het woestijnklimaat komt vooral voor in de Sahara (Noord-Afrika), Arabië , Australië, en op hoog gelegen droge vlaktes in bergen. Het woestijnklimaat beslaat 12% van het aardoppervlak. Er is weinig begroeiing, voornamelijk sterke planten die lang zonder water kunnen, zoals cactussen. In de buurt van een oase groeien soms palmen.Er valt bijna geen neerslag (minder dan 200 mm per jaar), maar als het regent (één keer in de paar jaar) komt het met grote hoeveelheden tegelijkertijd uit de hemel.
De grond in dit klimaat is droog, onvruchtbaar en bestaat meestal uit zand en rotsen. In gebieden met dit klimaat wonen daarom ook heel weinig mensen. Het woestijnklimaat kent een groot temperatuurverschil tussen dag en nacht. Overdag is het tussen de 25 en 45 °C en 's nachts kunnen de temperaturen in enkele gebieden onder het vriespunt dalen.
(Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Woestijnklimaat)
De grond in dit klimaat is droog, onvruchtbaar en bestaat meestal uit zand en rotsen. In gebieden met dit klimaat wonen daarom ook heel weinig mensen. Het woestijnklimaat kent een groot temperatuurverschil tussen dag en nacht. Overdag is het tussen de 25 en 45 °C en 's nachts kunnen de temperaturen in enkele gebieden onder het vriespunt dalen.
(Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Woestijnklimaat)
Wolken
De verdamping, voornamelijk van het uit de oceaan, zorgt ervoor dat er in de lucht wisselend grote hoeveelheden waterdamp (onzichtbare vorm van water) aanwezig zijn. Als waterdamp condenseert, ontstaan wolken of mist. Eigenlijk zijn dat de immense verzamelingen van microscopisch kleine waterdruppeltjes of ijskristalletjes.
Condensatie treedt op als lucht afkoelt, door de volgende processen:
Als de zon het aardoppervlak opwarmt, geeft de aarde die warmte weer door aan de luchtlaag direct daar boven. Warme lucht heeft een kleinere dichtheid dan koude lucht en is daarom lichter.
Deze warmere lucht begint vervolgens te stijgen. Dit proces wordt thermiek genoemd.
De stijgende lucht in een thermiekbel koelt af. Is de lucht voldoende vochtig en koelt zij voldoende af, dan condenseert de in de lucht aanwezige waterdamp, waarbij een wolk vormt.
De hoogte waarop de vorming van de wolk begint, wordt het condensatieniveau genoemd. Deze hoogte hangt af van de luchttemperatuur en de luchtvochtigheid in de thermiekbel.
Stapelwolken zijn bij uitstek de wolken die in thermiekbellen ontstaan. Zowel de hoeveelheid wolken als de verticale ontwikkeling ervan neemt toe als het overdag warmer wordt. Zodra het later in de middag en in de avond koeler wordt, zakken deze wolken langzaam weer in om uiteindelijk te verdwijnen.
Fronten liggen op de plaatsen waar verschillende luchtmassa’s bij elkaar komen. Ze vormen de scheidslijn tussen de luchtmassa’s die wat temperatuur en luchtvochtigheid betreft van elkaar verschillen.
Omdat deze luchtmassa’s niet mengen, duikt de koudere, zwaardere lucht bij fronten onder de warmere, lichtere lucht. De warmere lucht stijgt daarbij op, koelt af en raakt in condensatie.
Hierbij ontstaan de wolken en de neerslag die bij fronten zo gebruikelijk zijn.
De manieren waarop wolken hun naam krijgen, is gebaseerd op een systeem dat voor het eerst in het jaar 1803 werd gebruikt. Het houdt ondermeer hoe wolken er uitzien en op welke hoogte ze hangen. Vier Latijnse woorden vormen de basis van het systeem.
Wolken die op middelbare hoogte hangen (tussen 2000 en 6000 meter) hebben als voorvoegsel ‘alto’.
Voorbeelden van wolken typen en hun namen zijn nimbostratus, altocumulus en cirrus.
(Bron: http://www.meteoschoonebeek.nl/ontstaan_van_wolken)
Condensatie treedt op als lucht afkoelt, door de volgende processen:
- Thermiek
- Stijgende luchtbewegingen bij fronten
- Stijgende luchtbewegingen bij bergen
Als de zon het aardoppervlak opwarmt, geeft de aarde die warmte weer door aan de luchtlaag direct daar boven. Warme lucht heeft een kleinere dichtheid dan koude lucht en is daarom lichter.
Deze warmere lucht begint vervolgens te stijgen. Dit proces wordt thermiek genoemd.
De stijgende lucht in een thermiekbel koelt af. Is de lucht voldoende vochtig en koelt zij voldoende af, dan condenseert de in de lucht aanwezige waterdamp, waarbij een wolk vormt.
De hoogte waarop de vorming van de wolk begint, wordt het condensatieniveau genoemd. Deze hoogte hangt af van de luchttemperatuur en de luchtvochtigheid in de thermiekbel.
Stapelwolken zijn bij uitstek de wolken die in thermiekbellen ontstaan. Zowel de hoeveelheid wolken als de verticale ontwikkeling ervan neemt toe als het overdag warmer wordt. Zodra het later in de middag en in de avond koeler wordt, zakken deze wolken langzaam weer in om uiteindelijk te verdwijnen.
Fronten liggen op de plaatsen waar verschillende luchtmassa’s bij elkaar komen. Ze vormen de scheidslijn tussen de luchtmassa’s die wat temperatuur en luchtvochtigheid betreft van elkaar verschillen.
Omdat deze luchtmassa’s niet mengen, duikt de koudere, zwaardere lucht bij fronten onder de warmere, lichtere lucht. De warmere lucht stijgt daarbij op, koelt af en raakt in condensatie.
Hierbij ontstaan de wolken en de neerslag die bij fronten zo gebruikelijk zijn.
De manieren waarop wolken hun naam krijgen, is gebaseerd op een systeem dat voor het eerst in het jaar 1803 werd gebruikt. Het houdt ondermeer hoe wolken er uitzien en op welke hoogte ze hangen. Vier Latijnse woorden vormen de basis van het systeem.
- Cirrus – vezelig, lijkend op haar
- Cumulus – een hoop of een stapel
- Stratus – een horizontaal kleed of horizontale laag
- Nimbus – regen brengend
Wolken die op middelbare hoogte hangen (tussen 2000 en 6000 meter) hebben als voorvoegsel ‘alto’.
Voorbeelden van wolken typen en hun namen zijn nimbostratus, altocumulus en cirrus.
(Bron: http://www.meteoschoonebeek.nl/ontstaan_van_wolken)
Meneer Schreurs pagina's |
|
© Meneer Schreurs I Alles over Aardrijkskunde
|